Het wettelijk recht op een betaalrekening en het opnemen en storten van contant geld moet beter in de Nederlandse wet worden geborgd. Deze voorzieningen zijn cruciaal om te functioneren in de samenleving en zijn direkt verbonden aan het kunnen uitoefenen van mensenrechten. Denk aan het betalen voor opleiding, medische zorg, sportvoorziening en huisvesting. Het borgen van het wettelijk recht op een betaalrekening (en contant geld) is daarmee het belangrijkste thema in de reactie van Human Rights in Finance (EU) op het wetsvoorsel Chartaal geld.
Wetvoorstel Chartaal geld: prima doelstelling !
Op 26 januari 2024 werd door de Nederlandse overheid een consultatie gestart over de wet Chartaal Geld. Het wetvoorstel beoogt contant geld voor een brede groep economische actoren beschikbaar te houden. Human Rights in Finance (EU) staat heel positief tegenover het voorstel en onderschrijft ook de hoofddoelstellingen. Die doelstellingen zijn:
- dat consumenten gemakkelijk contant geld van de eigen bankrekening kunnen blijven opnemen, respectievelijk
- dat winkeliers contante betalingen blijven accepteren, ook al zijn zij juridisch vrij te bepalen welke betaalwijzen zij accepteren en
- dat winkeliers het door hen ontvangen contante geld makkelijk en tegen redelijke kosten op de eigen rekening kunnen (laten) bijschrijven
- dat een ieder in beginsel steeds in de gelegenheid is te kiezen om contant te betalen, dan wel digitaal te betalen (keuzevrijheid)
- dat een adequate chartale infrastructuur die door banken, waardevervoerders en voldoende winkeliers wordt aangeboden. Die structuur moet kunnen meebewegen met dalend gebruik van contant geld en dat beschikbaar te houden als terugvaloptie.
Feitelijke uitwerking van de wet in definities en analyses kan veel beter
De feitelijke juridische en economische uitwerking van het wetsvoorstel verdient in onze ogen wel de nodige aanpassing en verbetering. Om te komen tot een breed gebruik van contant geld en beschikbare infrastructuur worden zogenaamde ‘Diensten van Algemeen Belang’ geformuleerd. De manier waarop dat gebeurt en op grond van welke analyse blijft echter vaag.
De voorgestelde wettelijke definities ontbreken of zijn onduidelijk en de voorgestelde belegging in wets-onderdelen kent weinig systematische logica. Ook is er te weinig aandacht voor de vrijheid van ondernemerschap, de mogelijkheden van innovatie en het risico op monopolievorming.
De overheid is toch een logische financier bij deze diensten van Algemeen Economisch Belang?
Een punt dat ons opviel was dat wel erg veel moeite werd gedaan om staatssteun te vermijden. Op ingewikkelde manier werden alle kosten die gemaakt zouden worden terugverhaald op banken en gebruikers. De argumenten overtuigden ons niet.
Als het maatschappelijk belang is dat je contant geld in gebruik wilt houden, dan is toch logisch dat de overheid daarvoor betaalt. Is het dan terecht om die rekening via een omweg of achterdeur bij private partijen te leggen?
Hoe om te gaan met opzegging van betaalrekeningen wegens gebruik contant geld?
Daarbij loopt het wetsvoorstel ook om de olifant in de kamer heen. Dat is het feit dat het gebruik van contant geld voor banken vaak een reden is om klanten de rekening op te zeggen. Maar Rechters accepteren die redenering tegenwoordig eigenlijk niet meer (zie ECLI:NL:HR:2021:1652, NL:RBAMS:2024:1081 en recente uitspraak hier). Toch moet dat recht telkens bij de rechter bevochten worden.
De juristen van der Beek en Kolstee schrijven hierover in het Maandblad voor Vermogensrecht, 2022, nr 6, Bancaire zorgplicht versus contractsvrijheid, (pp 212-220). Ze leggen uit dat het onwerkbaar is om per klant het recht op gebruik van een betaalrekening en contant geld te moeten bevechten.
Het is tijd voor een wettelijk recht op een zakelijke betaalrekening. Het had, zo menen wij, meer voor de hand gelegen dat de wetgever de zakelijke basisbetaalrekening wettelijk zou verankeren, of om de contracteerplicht te baseren op de nutsfunctie van de zakelijke betaalrekening (die teruggevonden kan worden in onder meer de overwegingen van de EBA en in de toelichting op de invoering van art. 4:71f Wft)
Europese toezichthouder waarschuwt dat rekeningen niet opgeheven moeten worden
De Europese toezichthouder EBA geeft evenzo aan (pp 39-40 van dit rapport) dat het opheffen van een rekening bij hogere risico’s echt niet nodig is.
As part of this, firms should put in place appropriate and risk-sensitive policies and procedures to ensure that their approach to applying CDD measures does not result in unduly denying legitimate customers access to financial services.,
Deze factoren overziend, raden wij aan om met dit wetsvoorstel door te pakken. Het wettelijk recht op een basisbetaalrekening voor particulieren moet versterkt en dat voor bedrijven/organisaties expliciet erin opgenomen worden. En dat geldt niet alleen voor inwoners in Nederland.
Vergeten we het buitenland niet?
Ook mensen die lang in Nederland woonden en nog steeds een band met ons land hebben, maar nu (tijdelijk) in het buitenland wonen, moeten het recht op hun bankrekening houden inclusief de mogelijkheid om contant geld te storten en op te nemen. Wij concludeerden daarom ook in brede zin:
We zullen contant geld blijven gebruiken, maar wie dat doet wordt door de bank als verdacht gezien en de rekening opgezegd. Daarmee zitten we in een ongemakkelijke negatieve spiraal die doorbroken moet worden door een eenduidig stevig recht op een bankrekening te borgen. Jazeker, ook misdadigers hebben recht op een bankrekening en geen enkel misdrijf rechtsvaardigt dat we iemands zijn rekening afpakken. We sluiten toch een misdadiger toch ook niet direkt zijn telefoonrekening, gas, water of licht?
Verband tussen belang van betaalrekening en contant geld voor uitoefeningen mensenrechten
Het onbeperkt en onbelemmerd gebruik van een bankrekening is een duidelijke randvoorwaarde om mensenrechten uit te oefenen. De noodzakelijkheid hiervan wordt ook herkend en erkend in jurisprudentie van het Hof van Justitie. We verwijzen in onze reactie bijvoorbeeld naar een juridisch advies van Advocaat Generaal Pitruzella. Hij adviseerde bij het Europese Hof van Justitie in een zaak over de vraag hoe ver de acceptatieplicht contant geld zou moeten reiken.
Advies Pitruzella – Joined Cases C‑422/19 and C‑423/19
The status of legal tender given to cash may be linked to the exercise of certain fundamental rights, although in my opinion this link is indirect. Indeed, while there is no doubt that cash may be used to exercise certain fundamental rights linked to the use of money, its use is not generally necessary for the enjoyment of those fundamental rights, which can be achieved through the use of forms of money or means of payment other than cash.
Onze eigen reactie op dit punt luidt daarom:
Vervolg op onze petitie over het recht op een bankrekening
Samenvattend. We zijn blij met het wetsvoorstel, want het gaat de goede kant uit. Maar het kan nog beter en duidelijker.
In onze consultatie reactie geven we concrete analyses, bronnen en suggesties voor verbetering. Wij zijn dat als logisch vervolg op de namens tal van organisaties en klanten in februari aan de Tweede Kamer aangeboden petitie rond het recht op een bankrekening.
Duidelijke moge zijn dat Human Rights in Finance (EU) zowel in staat als bereid is om constructief en methodisch mee te denken over de beste manier om ons toekomstig economisch transactieverkeer en de wetgeving daarover op een goede manier in te richten.
En we houden het vervolg uiteraard voor iedereen in de gaten.